Welke risico’s levert sneldrogend mest op?
Je kent het wel, de vele ongemakken van sneldrogende mest in je stal. Het is niet alleen vervelend omdat je meer geuroverlast ervaart, maar het kan ook leiden tot grotere problemen. Denk aan:
- Hogere ammoniakemissie: Urine en mest blijven langer op de vloer in contact, wat zorgt voor meer ammoniakvorming.
- Verslechterde klauwgezondheid: Vuile vloeren verhogen de kans op klauwproblemen zoals Mortellaro.
- Meer schoonmaakwerk: Je moet vaker handmatig krabben of schuiven, wat tijd en arbeid kost.
Waar komt het probleem vandaan?
Na de zoveelste keer extra schoonmaakwerk vraag je jezelf misschien af: waar komt het probleem van sneldrogende mest toch vandaan? Dit is een goede vraag en daarvoor moeten we kijken naar de manier waarop we tegenwoordig vee houden en hoe moderne stallen zijn ingedeeld. Sneldrogende mest is namelijk geen toeval, maar het gevolg van meerdere ontwikkelingen in de moderne veehouderij:
1.Sterke ventilatie in de stal
Wat gebeurt er precies?
Moderne melkveestallen zijn vaak uitgerust met krachtige natuurlijke ventilatie (zoals open zijwanden en nokventilatie) of mechanische ventilatie (ventilatoren, tunnelventilatie). Deze systemen zorgen voor een frisse luchtstroom, wat positief is voor de diergezondheid en het stalklimaat.
Maar diezelfde luchtstroom heeft ook een bijwerking: de lucht wordt droger en voert vocht sneller af, óók het vocht uit verse mest. Vooral bij warm weer of lage luchtvochtigheid ontstaat er snel een harde korst op de mest, waardoor deze blijft liggen op het rooster en niet wegzakt.
Wat betekent dit in de praktijk?
- In goed geventileerde stallen is de verdamping tot wel 50% hoger dan in oudere, gesloten stallen.
- De mest droogt niet gelijkmatig: vooral op tochtige plekken zoals langs zijwanden of bij ventilatoren is de uitdroging het grootst.
- Het effect is cumulatief: hoe droger de lucht, hoe meer mest indroogt, hoe minder snel het wegzakt, hoe meer het blijft liggen, enzovoort.
2. Droger rantsoen
Veranderingen in voerstrategie
Door efficiëntie, voederprijzen en betere resultaten kiezen veehouders steeds vaker voor droge bijproducten zoals:
- Maïskolvenschroot (MKS)
- Perspulp
- Bierbostel
- Sojaschroot
Deze producten hebben een lagere vochtfractie en verhogen de droge stofgehaltes in het rantsoen aanzienlijk. Dat zie je terug in de mest: die wordt vaster, vezelrijker en dikker.
Gevolgen voor mestgedrag
- Droge, stevige mest vloeit minder goed en blijft eerder liggen.
- De kans dat de mest zonder hulp door het rooster zakt, neemt af, zeker bij beperkte beweegruimte.
- In combinatie met ventilatie droogt deze dikke mest nóg sneller in, waardoor een korstlaag ontstaat die moeilijk te verwijderen is.